Springrolls was iets nieuws voor mij. Ze leken me niet al te ingewikkeld en doordat je er eigenlijk alles in kunt doen wat je lekker vind, zou het altijd moeten smaken
Op de een of andere manier kwam ik overal plaatjes van springrolls tegen. Om geen enkele reden had ik ze nog nooit gemaakt. Daarom langs de toko gegaan voor de rijstpapiervellen en er aan begonnen. Het vouwen is eigenlijk nog het lastigste. De mogelijkheden tot vullen zijn eindeloos.
Wat ik wel vond is dat hoe je de groente snijd van invloed is hoe het smaakt. Dit klinkt mogelijk wat vreemd. De eerste keer had ik bijvoorbeeld de wortel vrij dik gelaten. De tweede keer had ik er een soort lucifersstokjes van gemaakt. Dat at veel aangenamer en kwam daardoor ook de smaak ten goede.
Natuurlijk is ook de saus belangrijk. Ik heb deze keer soja saus, wat rode peper en fijngehakte ongezouten pinda’s gebruikt. Dat gaat er goed mee samen. Soja saus is behoorlijk zout, maar doordat de rest geen zout heeft, past het.
Voorgerecht 
2 
Eenvoudig 
20 minuten
Wat heb je nodig
- 50 gr glasnoedels
- 50 gr gerookte zalm
- 1 bosui in ringen
- 1 wortel in dunne reepjes
- stukje komkommer in dunne reepjes
- 25 gr taugé
- handje rucola
- 2 el soja saus
- klein handje ongezouten pinda’s fijn gehakt
- halve rode peper
- 6 rijstpapiervellen
Hoe maak je het
Allereerst begin je met het snijden van de wortel en komkommer. Snij ze zo dik als je wilt, maar zoals gezegd, wat dunner eet makkelijker. Snij ook de bosui in ringen. De zalm kun je in dunne reepjes snijden.
Voor de glasnoedels kook je wat water in de waterkoker. Dit giet je in een kom over de glasnoedels en laat het zo’n 5 minuten staan. Dit kun je ook lezen op het pak.
Voor de saus hak je de pinda’s. Ik heb dat in een kleine blender gedaan die bij mijn staafmixer zit. Eenvoudig en snel. Snij de peper klein. Hoeveel je toevoegt is een beetje afhankelijk van hoe pittig je het wilt hebben, maar ook hoe pittig de peper zelf is.
Nu ligt alles klaar om de springrolls te gaan maken. Pak een wat dieper bord en doe hier warm water op. Leg hier een rijstpapier in, zodat hij net onder komt. Laat dit weken, totdat het vel zacht en buigzaam is.
Nu leg je het vel op een werkblad en begint hem te vullen met van alles een klein beetje. Leg dit een beetje aan de onderkant van het rondje. Dan sla je de onderkant er overheen en vouwt de twee zijkanten naar binnen. Als dat naar tevredenheid gelukt is, rol je hem verder op. Klinkt eenvoudig, maar ik ben er toch wel even mee bezig geweest. Oefening baart kunst. En heel eerlijk, ze smaken niet minder als ze er niet perfect uitzien.
Leg de springrolls op een bord met de saus erbij. Dippen en eten.
