Schelpdieren gebruik ik niet zo vaak in gerechten. Behalve de coquille. En dan het liefst de verse van de vishandel.
Wel koop ik schoongemaakte coquille. Dat scheelt wat werk. Ik heb ze ook wel eens uit de vriezer gebruikt, maar dan komt er bij het bakken veel vocht uit, waardoor ze op den duur bijna eerder staan te koken dan te bakken.
Het is een produkt dat eigenlijk verder weinig nodig heeft. Het heeft van nature een heerlijke smaak en het ziet er nog mooi uit ook.
Zeekraal is maar een bepaalde periode te verkrijgen en is een groente die groeit op de schorre. De zilte smaak past heel goed bij de coquille.
Voorgerecht 4 iets lastig 15 minuten
Wat heb je nodig
- 8 coquilles
- 100 gr zeekraal
- 1 tl kerriepoeder
- halve sjalot
- 4 cherry tomaten
- roomboter
Hoe maak je het
De moeilijkheidsgraad heeft in dit geval niets te maken dat er een lastige techniek voor nodig is. Maar wel dat het lastig is om de juiste gaarheid te krijgen van de coquille. En eigenlijk is dat puur iets van proberen en nog eens proberen.
Snij de sjalot fijn en doe wat roomboter in de pan. Fruit de ui aan en op het moment dat ze glazig zijn, voeg je de zeekraal toe. Na ongeveer 5 minuten is dit gaar. Proef wel even. De groente mag nog knapperig zijn. Je ziet het ook wel een beetje. De kleur word wat donkerder.
Ondertussen dep je de coquilles goed droog. Je verhit wat roomboter in de pan en strooit hier de kerrie poeder in. De coquille kun je bestrooien met peper en zout, maar ik hou er van om ze puur natuur te houden. Daarnaast is de zeekraal al ziltig.
Bak de coquilles aan beide kanten bruin. Ongeveer 5 minuten aan elke kant. De coquille moet net gaar zijn. Te gaar word hij droog. Ik vind het zelf ook nog lastig om het juiste moment te bepalen. Soms zijn ze nog net niet gaar. Maar dat heb ik dan liever dan te gaar.
En dan is het een kwestie van opmaken. Wat zeekraal in het midden, 2 coquilles erbij. Ganeren met paar stukjes tomaat en een heel klein beetje van het braadvocht met de kerrie erover sprenkelen. Smakelijk eten.