In de tijd dat ik aan het koken ben, merk je dat je smaken veranderen en dat je ook de pittigere gerechten lekker gaat vinden. Zo ook deze linzensoep met een indiase inslag
Er komt regelmatig wat uit de Aziatische landen op tafel. De geuren van de specerijen die gebruikt worden, geeft gelijk het gevoel dat je in het buitenland bent. En de smaak prikkelt de tong. Natuurlijk kun je het zo pittig maken als dat jezelf wilt en het ligt zelfs aan de rode peper die je gebruikt. Recentelijk heb ik nogal eens pepers waarvan ik vind dat ze niet meer zo pittig zijn als dat ze voorheen waren.
Soep 4 iets moeilijk 45 minuten
Wat heb je nodig
- 2 eetlepels olie
- stukje verse gember. ca. 1 cm
- 2 uien
- 2 teentjes knoflook
- 2 tl komijnpoeder
- 2 tl korianderpoeder
- 2 tl kerriepoeder
- 1 tl kurkuma/kunjit
- blik van 400 gr tomaten blokjes
- 1 rode peper
- 1 liter groentebouillon
- blik van 250 gram rode linzen
- 300 gram spinazie
- 100 gram griekse yoghurt
Hoe maak je het
Snij de ui in halve ringen. Snipper de knoflook. Zelf pers ik het liever niet. Schil het stukje gember en rasp het of snij het heel fijn. Neem een ruime pan en verhit de olie. Fruit de ui. Na korte tijd kun je de knoflook, gember, rode peper en specerijen toevoegen. Laat dit nog ongeveer 3 minuten bakken. Ik doe zelf de knoflook enzo niet gelijk bij de ui. De knoflook heeft minder tijd nodig en als je het direct met de ui doet, heb je kans dat het verbrand, wat een minder lekkere smaak geeft.
Voeg de tomatenblokjes en bouillon toe en breng aan de kook. Spoel de linzen in een zeef en voeg ze toe. Nu kun je dit nog een 30 tal minuten zachtjes laten koken. Breng op smaak met zout en peper.
Vlak voordat je de soep gaat opdienen, voeg je de grof gehakte spinazie toe. Zodra de je de soep in een kom hebt gedaan doe je er nog een flinke lepel griekse yoghurt op.
Deze soep kun je als lunch of hoofdgerecht serveren. Als voorgerecht kan het nogal zwaar zijn door de linzen, maar een kleine hoeveelheid kan de smaakpapillen wel prikkelen. Geniet van deze indiase linzensoep.