Wild zwijn kun je tijdens het jacht seizoen goed verkrijgen. Alleen weet ik niet of je ook de karbonade kunt vinden.
Wij hebben dit namelijk gekregen van onze buurman in Frankrijk. Tijdens onze laatste vakantie ging hij jagen met een groep. Dit doen ze regelmatig en dan horen we de hele tijd auto’s heen en weer rijden, honden blaffen, een jachthoorn en af en toe een knal. Zo ook deze keer, alleen konden we een aantal jagers zien staan, zo dicht waren ze bij ons huis. Op nog geen 500 meter afstand van ons vandaan, hebben ze een jonge wild zwijn geschoten. Zoals gewoonlijk word het vlees verdeeld onder de jagers en zo had de buurman ook een stuk gekregen. Hij vroeg ons of we dat lusten en natuurlijk zeiden we geen nee.
Al snel kwam hij met een paar mooi stukken vlees aanzetten, die nog het meest op karbonades leken. Alleen veel roder als varkens karbonades en ook wat meer vet. Zeker aan de buitenkant. En daar moet je dan wat mee. Natuurlijk geen ramp en zeker met zo’n mooi vers stukje wild, moet je niet al te veel moeilijke dingen uithalen. Ik heb daarom besloten om deze te grillen met alleen wat peper en zout.
Serveer daar dan apart een saus bij van bijvoorbeeld port en sjalotten. Dat kan eigenlijk niet mis gaan.
Hoofdgerecht 4 Eenvoudig 20 minuten
Wat heb je nodig
- karbonades van wild zwijn
- 1 sinaasappel
- 150 ml rode port
- 50 ml rode wijn
- 100 ml wild fond
- 3 sjalotten
- 2 el olie
- beetje bloem
- zout en peper naar smaak
Hoe maak je het
We beginnen met de saus. Pel de sjalotten en snij ze in dunne ringen. Doe wat olie in de pan en laat op een laag vuurtje de sjalotten zacht worden, maar niet bruin. Voeg als ze zacht zijn, na zo’n 5 minuten, wat bloem toe. Dit zorgt voor de binding van de saus. Laat de bloem even gaar worden.
Pers ondertussen de sinaasappel uit en zorg ervoor dat je geen pitjes hebt. Als de bloem gaar is, voeg je als eerste het sinaasappelsap toe. Even goed roeren en dan kan de port, wijn en wild fond erbij. Heb je nu geen wild fond, kun je natuurlijk ook gewone bouillon pakken of water. Dit laat je lekker wat inkoken.
Als je veel tijd hebt, kun je dit natuurlijk langer van te voren doen, neem dan meer vocht en laat het langer inkoken. Je kunt het dan zelfs zonder de bloem maken.
Nu zet je de grillpan op het vuur. Strooi er wat zout in en laat hem lekker warm worden. Het vlees bestrooi ik met wat peper en zout en smeer ik in met een klein beetje olie. Om te kijken of de grillpan goed heet is, laat ik er een paar druppels water in vallen. Als die sissend gelijk verdwijnen is de pan warm genoeg en kan het vlees erin. Nu is het een kwestie van geduld hebben. Draai de stukken vlees niet te snel om. Laat ze even rustig aan een kant bakken en draai ze pas om als je merkt dat die kant goed van kleur is. Dan doe je met de andere kant het zelfde.
En ja hoe lang bak je zoiets. Dat is natuurlijk afhankelijk van de dikte van het vlees. Af en toe op het vlees drukken. Als je daar ervaring mee krijgt, kun je wel voelen hoe gaar het vlees is. En als je twijfelt een stukje door midden snijden om te kijken hoe gaar het is.
Deze keer had ik er veldsla en aardappels uit de oven bij. En ik moet zeggen, de buurman mag dit vaker langs brengen.