Risotto is altijd lekker. Je moet er even de tijd voor nemen, maar dan heb je ook wat. En je kunt het op zo veel manieren maken, dat het nooit gaat vervelen.
Deze keer kwamen we in de supermarkt in Frankrijk geraspte geitenkaas tegen. We waren op weg naar ons huis en dan stoppen we altijd om voor de eerste dagen wat inkopen te doen. De ene keer fantaseren we er al tijdens de reis over, de andere keer beslissen we op het moment dat we in de winkel staan.
De overige ingrediënten waren snel gevonden en het was duidelijk dat er die avond een heerlijke risotto op het menu zou staan.
Hoofdgerecht 
2 
iets lastig 
30 minuten
Wat heb je nodig
- 1 ui
- 2 el olie
- 200 gr magere spekjes
- 2 stengels bleekselderij
- 1 rode puntpaprika
- 250 gr champignons
- 150 gr risottorijst (Arborio)
- 250 ml bouillon
- 75 gr geraspte geitenkaas
- 100 ml room
- glas witte wijn
- peper en zout naar smaak
Hoe maak je het
Als eerste snij ik de puntpaprika, bleekselderij en champignons in stukjes. Het ligt er maar aan hoe je dat zelf wilt. Champignons doe ik in plakjes. De rest wat kleiner.
Ik zet de koekenpan op een middelhoog vuur en doe daar de spekjes in. Het vet van de spekjes begint te smelten en zodra dat gebeurd is gaat de bleekselderij en de puntpaprika erbij. Dit laat je een tijdje bakken. Ongeveer een minuut of 5. Daarna voeg ik pas de champignons toe. Die hebben minder tijd nodig om te garen. Als dit allemaal gaar is, zet ik het apart
Snipper een kleine ui en verhit in een koekenpan wat olie. Doe hierin de ui en fruit deze aan. Zet de warmtebron niet te hoog, anders verbrand de ui. Als de ui glazig is, doe je de risotto erbij. Deze bak je mee. Ze worden wat glazig. Ik zelfs vind dat een moeilijk punt om te bepalen, maar je merkt het na oefenen vanzelf.
Nu mag de witte wijn erbij. Heel eerlijk vind ik dit het leukste moment van het maken van risotto. De rijst lijkt in de pan te dansen zodra je de rijst erbij doet. Een heel vrolijk gezicht en leuk geluid. Als de wijn opgenomen is, begin je in gedeeltes de bouillon toe te voegen. Elke keer wacht je tot het meeste is opgenomen door de rijst. Af en toe moet je de rijst ook proeven om te kijken hoe gaar deze is.
Als de rijst bijna gaar is, voeg ik de room toe. Het wordt dan een heel smeuïge massa. Daarna volgt het gebakken champignon-spek mengsel. Voeg eventueel nog wat peper en zout toe naar smaak. Laat dit even goed warm worden en strooi er daarna de geraspte geitenkaas overheen. Het hoeft niet meer verwarmd te worden. De kaas smelt door de warmte van de risotto.
Serveren met de rest van de witte wijn. Eet smakelijk.
