Draadjesvlees op mijn wijze

Het was deze zondag echt een lazy sunday en ik had daardoor zin om een gerecht te maken dat tijd nodig heeft om lekker te worden. En een beter gerecht dat draadjesvlees is er niet om dit te doen.

Ik was enigszins geïnspireerd door de Vlaamse stoverij die we in een restaurant in Brugge genoten hadden en het rundvlees dat we in Krakow gegeten hebben. Reden genoeg om het zelf te maken.

Ik begrijp best dat de gerechten die binnen 20 minuten op tafel staan, populair zijn. Vooral als je doordeweeks weinig tijd hebt. Maar een gerecht als draadjesvlees, kost niet erg veel bereidingstijd. Het duurt alleen 5 uur in de oven voordat het echt lekker is en het vlees heerlijk zacht is geworden. Dus plannen is hier belangrijker dan de tijd die het kost om het te maken. Maak het in het weekend en bewaar het voor een dag dat je weinig tijd hebt. Het is dan zo warm.

Het leuke vind ik dat de keuken voor een hele lange tijd lekker ruikt en dat je al kunt genieten van wat je die avond gaat eten, zonder dat je er een hap van heb genomen. Als het dan eindelijk tijd is om te eten, geniet ik er nog meer van.

Ik gebruik voor het draadjesvlees riblappen. Die heeft wat vet, maar dat smelt er helemaal uit. Sucade lappen hebben net iets meer vet en het vlees krijgt toch niet de structuur en malsheid die ik wil. Vandaar de keuze voor riblap.

Natuurlijk serveer ik daar aardappelpuree bij. Hoe dat gemaakt wordt heb ik niet vermeld in dit recept.

bestekHoofdgerecht persoon 2 koksmuts eenvoudig klok 20 minuten en 5 uur in de oven.

Wat heb je nodig

  • 600 gr riblappen
  • 2 stelen bleekselderij
  • 1 rode peper
  • 1 wortel
  • 3 grote uien
  • flinke schep bloem
  • 1/2 l bouillon
  • Olie of boter
  • 5 el Ketjap Manis
  • 4 el Balsamico azijn
  • 2 laurier blaadjes
  • 4 kruidnagels
  • zout en peper naar smaak.

Hoe maak je het

Ik maak dit in een gietijzeren pan. De verdeling van de warmte vind ik ideaal. Maar het kan natuurlijk in elke pan die in de oven kan. Het eerste wat je doet is de oven voorverwarmen op 140 graden Celsius.

Snij de riblappen in ongeveer gelijke blokjes. Snij de gepelde uien in halve ringen. Maak deze niet te dik. Snij de bleekselderij en wortel in kleine stukjes en snij de rode peper in hele kleine stukjes.

Verwarm de pan op middelhoog vuur en laat de olie of boter warm worden. Bak hierin de blokjes riblappen die ik alleen licht gezout heb zachtjes op middelhoog vuur. Als je het te hard doet, word het wat taai en je wilt juist malse draadjesvlees. Haal het vlees na ongeveer 5 minuten uit de pan. Bak alle groente ook op een middel hoge temperatuur in de overgebleven boter.

Als de uien zacht zijn (maar niet bruin) voeg je de bloem toe. Dit laat je gaar worden. Het wordt het bindmiddel. Als het niet gaar is, krijg je geen mooie smaak. Het wordt dan melig. Met gare bloem krijg je een volle smaak.

Voeg nu de bouillon toe. Ik doe dat altijd in delen en roer ondertussen goed. Ik wil de saus niet te dun hebben. Het is mogelijk dat ik niet alle bouillon gebruik.

Nu voeg ik de blokjes vlees, de ketjap manis en de balsamico azijn toe. Het zuur van het azijn zorgt dat het vlees mals wordt. Steek de kruidnagels in de laurierblaadjes zodat je ze er later makkelijker kan uithalen en voeg dit toe.

Het zware werk is nu gedaan. Je zet de pan in het midden van de oven en laat hem daar 4 uur staan. Af en toe kijk je of het vlees nog onder staat en indien nodig voeg je nog wat vocht toe. Zelf heb ik dat niet hoeven te doen.

Het laatste uur haal ik het deksel eraf. Om de saus nog wat verder in te laten koken. In de pan kun je zien hoeveel vocht er is verdwenen.

En dan na 5 uur is het eindelijk tijd om te proeven. Het vet uit het vlees is geheel verdwenen en het valt makkelijk uit elkaar. Proef of je er nog peper en zout aan wilt toevoegen. Voor mij was dat niet nodig. Maar dat is een kwestie van smaak.

Het was het wachten meer dan waard. Ik zou zeker eens de tijd nemen om dit te maken. Eet smakelijk.

Geef een reactie