Risotto is een gerecht dat je op vele manieren op smaak kunt brengen.
Het maken van risotto word wel gezien als iets moeilijks, maar zover ik het kan beoordelen, zijn er 2 dingen belangrijk. Laat de rijst eerst goed bakken en de juiste rijst. Ik gebruik Arborio. Het heeft me tot nu toe het beste resultaat gegeven. Natuurlijk zijn ook de andere ingrediënten zoals de kaas die je gebruikt, belangrijk. Maar zonder de eerste twee, gaat het erg lastig worden.
Als je die twee dingen in de gaten houd en er de tijd voor neemt, kan je risotto eigenlijk niet mislukken. Eerlijk gezegd ziet het er op de foto wat rommelig uit, maar de smaak is gewoon lekker.
Bijgerecht 4 iets moeilijk 50 minuten
Wat heb je nodig
- 1 ui
- 1 teentje knoflook
- 250 champignons
- 2 el olie
- 300 g risottorijst (Arborio)
- 150 ml rode wijn
- 500 ml groentebouillon, warm
- 200 g spekjes
- 135 g geraspte kaas
- 50 g boter
- peper en zout
Hoe maak je het?
Pel en hak de ui en snipper de knoflook fijn. Maak de champignons schoon en snij daarna in plakjes. Verhit de helft van de olie in een pan en bak daarna de ui en de look glazig. Voeg de rijst toe.
Roer tot alle rijstkorrels glazig zijn. Dit is een belangrijk punt. De rijst neemt het vocht beter op als hij goed gebakken is. Giet de wijn erbij. Laat sudderen op een zacht vuur, terwijl je regelmatig roert, tot alle wijn is opgenomen. Voeg de bouillon geleidelijk toe. Wacht altijd tot de bouillon volledig werd opgenomen voor je er opnieuw bouillon bijgiet.
Bak ondertussen de spekjes zonder vet. Zodra die het vet loslaten, kunnen de champignons erbij. Voeg deze aan de rijst toe op het moment dat deze bijna gaar is.
Roer nu de geraspte kaas erdoor. Natuurlijk kun je ook andere kaas gebruiken zoals een schimmelkaas of een mooie italiaanse kaas. Let wel dat het gerecht daardoor duurder kan worden.
Laat het geheel enkele minute rusten ineen gesloten pan.